
Green Deal Duurzame Zorg: 'Tijd om extra de schouders eronder te zetten'
Interview met Wiebe Jan Stuursma, portefeuillehouder Duurzame Zorg bij ActiZ en bestuurder zorgorganisatie Catharina, thuis op Voorne
Green Deal Duurzame Zorg: 'Tijd om extra de schouders eronder te zetten' keyvisual

De Green Deal Duurzame Zorg 3.0 is al ruim twee jaar op stoom en in die tijd heeft de zorgsector goede stappen gezet op het gebied van klimaatbevordering, gezondheidsbevordering, scholing en circulair werken. Volgens zorgbestuurder en portefeuillehouder duurzaamheid Wiebe Jan Stuursma kan er nog wel een tandje bij. ‘De koplopers gaan wel, nu moet de middenmoot meer in beweging komen.’
Wat is de Green Deal Duurzame Zorg?
De zorgsector is verantwoordelijk voor 7 procent van de totale voetafdruk (CO2-uitstoot) van Nederland en heeft daarmee een substantiële impact op het klimaat. De Green Deal Duurzame Zorg, afgekort als GDDZ, is een uitwerking van de ambities uit het Klimaatakkoord en de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties specifiek voor de zorgsector. Green Deals zijn afspraken over duurzame plannen tussen de Rijksoverheid en bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden. In de zorgsector startte november 2022 de derde Green Deal 3.0 die loopt tot en met 31 oktober 2026.
'Als iets altijd als laatste punt op de vergaderagenda staat, kom je er heel vaak niet aan toe. Zet het dus hoger op die agenda.’
Portefeuillehouder Duurzame Zorg bij ActiZ en bestuurder zorgorganisatie Catharina, thuis op Voorne
‘Ik ben een jaar geleden begonnen met deze portefeuille binnen ActiZ omdat ik thuis al met verduurzaming bezig was maar dat eigenlijk in mijn eigen organisatie nog helemaal niet terugzag’, vertelt Stuursma. ‘Het was dus een bewuste keuze om er mee aan de slag te gaan en er op een structurele manier op te focussen. Die structurele focus vanuit het bestuur is ook direct een van de grote uitdagingen binnen de GDDZ. Er wordt nog te vaak naar dit thema gekeken als een ‘moetje’ dat ondergesneeuwd wordt in deze turbulente tijden van arbeidsmarkttekorten, financiën en wat er allemaal verder nog gebeurt in de wereld. Wat je hier als bestuurder aan kan doen is zorgen dat het thema blijvend aandacht krijgt en dat er ook tijd aan besteed kan worden. Als iets altijd als laatste punt op de vergaderagenda staat, kom je er heel vaak niet aan toe. Zet het dus hoger op die agenda.’
Minder afval
Wat de sector in het kader van de Green Deal de laatste jaren het beste voor elkaar heeft gekregen, is CO2-reductie. Stuursma: ‘Het terugdringen van CO2 door panden beter te isoleren, de thermostaat omlaag te draaien en minder energie te gebruiken is natuurlijk heel mooi. Maar het is ook iets dat redelijk goed aan te pakken is. Naast het verminderen van ons energieverbruik moeten we onze tanden ook in taaiere dossiers zetten. En dan denk ik vooral aan het verminderen van onze afvalproductie.’
Bij afvalproductie wijst Stuursma op de grote hoeveelheid incontinentiemateriaal dat wordt weggegooid in de VVT. ‘De aanpak van CO2-reductie is redelijk recht-toe-recht-aan, voor het verminderen van de enorme hoeveelheid incontinentiemateriaal die we dagelijks weggooien is meer nodig. Het bedraagt nu 49% van al het afval in de ouderenzorg! Ik kijk bijvoorbeeld naar de plannen die VVT-organisatie Saffier en gehandicaptenzorgaanbieder ‘s Heerenloo aan het ontwikkelen zijn. Dat gaat om mogelijkheden voor de inzet van wasbaar incontinentiemateriaal. Ook apart inzamelen en laten verwerken van wegwerp materiaal is een wens van veel zorgorganisaties. Maar het is natuurlijk ook iets dat bij de leveranciers ligt. Het is nu helaas nog niet zo dat producenten massaal hun aanbod aan het vergroenen zijn. Daar zouden we als sector bijvoorbeeld in de gezamenlijke inkoop wat aan kunnen doen. Met genoeg volume kun je er voor zorgen dat er wel duurzame alternatieven op de markt komen.’
Begin in het klein
Groene stappen hoeven volgens Stuursma overigens niet altijd een kwestie van landelijke aanpak of gezamenlijke inkoop te zijn. Je kunt als individuele aanbieder ook heel goed klein beginnen. ‘Ik denk dat je heel veel op organisatieschaal kunt doen met bewustwording bij medewerkers en cliënten. Dat kan heel klein beginnen door ook vegetarische opties aan te bieden in de kantine of een circulair kerstgeschenk te geven. Misschien zijn niet alle zorgmedewerkers direct bezig met duurzaamheid en willen ze gewoon hun bitterbal van vlees op de bedrijfsborrel. Maar je kunt mensen wel verleiden door ‘groen’ aantrekkelijk te maken. We denken na over de Werkkostenregeling die je voor de aanschaf van een fiets kunt inzetten. Je zou dat budget net zo goed kunnen inzetten voor de aanschaf van zonnepanelen. Dat scheelt toch al snel 2.000 euro op de aanschaf en maakt het ook voor mensen met een kleinere beurs aantrekkelijk om de duurzame optie te kiezen.’
Tijd voor versnelling
En hoewel er zowel in het groot als in het klein mooie dingen gebeuren op het gebied van duurzaamheid, moet dat de resterende twee jaar van de GDDZ 3.0 wel versnellen. Stuursma: ‘Van de koplopers en early adopters zien we goeie zetten de laatste jaren. Maar het is nu juist zaak om die grote middenmoot van organisaties meer in beweging te krijgen, ook de koplopers kunnen met hun kennis hierbij helpen. En daarvan vind ik dat we in de afgelopen jaren te veel bezig zijn geweest met afspraken maken over randvoorwaarden en hoe we bepaalde pilots kunnen financieren enzovoorts. De tijd van randvoorwaarden afspreken is wel voorbij. Nu wordt het tijd voor actie, met name voor die organisaties die nog in de afwachtende houding zitten.’
Schouders eronder en tempo maken
En met de oproep aan zorgorganisaties om zich blijvend in te zetten op duurzaamheid, sluit Stuursma het interview af. ‘Het is zeker niet altijd eenvoudig en het lijkt wel eens of duurzaamheid alleen extra administratief huiswerk oplevert, met name bij zaken als de Europese wet Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD ). Maar niet zozeer deze administratie maar de bedoeling erachter is meer dan noodzakelijk en levert uiteindelijk ook veel meer op. Zoals gezonde medewerkers, een fijne leef- en werkomgeving en een goede reputatie. Dus ik zeg: met z’n allen de schouders eronder en tempo maken!’