
Het preventiesucces van domeinoverstijgend werken
Ondersteuning & Zelfredzaamheid
Het preventiesucces van domeinoverstijgend werken keyvisual

Zorgorganisaties Opella en Santé Partners hebben de afgelopen jaren veel goede ervaring opgedaan met de inzet van zorgarrangeurs. Het doel: domeinoverstijgend werken om te zorgen dat zelfstandig wonende ouderen passende zorg krijgen en zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Het resultaat: door informele zorg kan formele zorg worden uitgesteld of voorkomen. Cliënten kunnen gemiddeld zes tot acht maanden langer thuis blijven wonen.
Sommige ouderen hebben moeite om passende zorg te vinden. Opella besloot in 2018 over dit probleem in gesprek te gaan met de gemeente Ede en zorgverzekeraar Menzis. “Daar werd enthousiast gereageerd”, vertelt Marleen Oostra, teamleider wijkverpleging bij Opella. “Samen besloten we tot een pilot waarbij de casemanager en wijkverpleegkundige als zorgarrangeur de mogelijkheid krijgen om zelf te indiceren voor de Wmo. Opella heeft hen hiervoor een opleiding Arrangeur in regie en zingeving gevolgd, waarin ze hebben geleerd om te indiceren en anders te kijken naar de vraag van de cliënt en waarbij zingeving ons vertrekpunt is. We zijn in een aantal wijken pilots gaan doen om op deze wijze, domeinoverstijgend, te gaan werken. Dat bleek succesvol. In veel gevallen was geen keukentafelgesprek tussen de Wmo-consulent en de cliënt meer nodig. Vaak kon iemand bijvoorbeeld al op dezelfde dag dagbesteding worden geboden. De vraag naar wijkverpleging daalde. Domeinoverstijgend werken is nu de reguliere werkwijze van Opella geworden.”
Buurtbewoners halen een kwetsbare oudere thuis op, brengen die ook weer thuis en blijven vervolgens zelf ook hangen.
Programmamanager zelfstandig thuis - Santé Partners
Samenwerking
Op basis van dit succes besloot Santé Partners aan te haken. Programmamanager zelfstandig thuis Ingrid Bulsink vertelt: “Samen hebben we de training voor zorgarrangeurs verder doorontwikkeld, om de trainingen die eerst voor een deel extern ingekocht werden vanuit de eigen organisatie te verzorgen. In Overbetuwe en Ede-Wageningen zijn we in gesprek gegaan met de welzijnspartijen en gemeenten over hoe we invulling kunnen geven aan de behoeften die mensen hebben. Indiceren voor de Wmo is daar één aspect van, maar community building is er ook een. Een heel mooi voorbeeld voor invulling daarvan zagen we toen we op een prikbord bij Opella vraag en aanbod bij elkaar wilden brengen door buurtbewoners met elkaar in contact te brengen.”
Dat leverde prachtige voorbeelden op, zegt Oostra. “Mensen die voor elkaar boodschappen doen, eten koken of de afwas doen. Samen koffie drinken om de eenzaamheid tegen te gaan. Samen een blokje om gaan om in beweging te blijven.” Bulsink vult aan: “In Overbetuwe merkten we dat ouderen steeds minder gebruik gingen maken van voorzieningen die in de buurt beschikbaar waren, bijvoorbeeld vanwege slechthorendheid of omdat de oudere zich onzeker voelde in het toiletbezoek van een voorziening. Om dit op te lossen zijn we een ‘huiskamer plus’ gestart met een kleine groep deelnemers/ aanwezigen en iemand van Santé Partners voor ondersteuning. Heel mooi: een buurtbewoner ging daar vertellen over de geschiedenis van de buurt. Mensen genoten daarvan. Buurtbewoners halen een kwetsbare oudere thuis op, brengen die ook weer thuis en blijven vervolgens zelf ook hangen. Een prachtig voorbeeld van hoe je als zorgorganisatie, welzijn en gemeente iets kunt betekenen voor ouderen. Wij zien als zorgaanbieder echt een verantwoordelijkheid voor onszelf om passende toeleiding naar dergelijke oplossingen te stimuleren. Zonder het over te nemen natuurlijk, want het is niet ons vak.”
Cultuurverandering
Struikelblokken waren er wel in het project, erkennen beiden. “Domeinoverstijgend werken doe je samen”, zegt Bulsink. “Dus de traagste partij – die bijvoorbeeld beren op de weg ziet of vacatureproblemen heeft – bepaalt het tempo. Maar het is ook echt een cultuurverandering. Als je denkt: dit doen we even in een half jaar, moet je er niet aan beginnen.”
Een ander aandachtspunt is dat de arrangeur moet leren het goede gesprek te voeren, zegt Oostra. “Cliënten hebben vragen en denken dat ze recht hebben op zorg. Dat kan het lastig maken om te beginnen over gebruikmaking van hulpmiddelen of het eigen netwerk. Je moet als arrangeur leren het gesprek te richten op wat de cliënt nog wel kan en minder op wat iemand niet meer kan. Het punt is dat dit tijd kost en dat de arrangeur medewerkers heeft die heel hard werken omdat het zo druk is. Maar gaandeweg zal deze aanpak de norm worden en dan zal het makkelijker worden.”
Opschaling wegens succes
Aan het einde van de projectfase hebben Opella en Santé Partners een infographic gemaakt die uitleg geeft over de gekozen aanpak. “We besloten de aanpak te verbreden door onze kennis te delen met andere zorgorganisaties”, vertelt Bulsink. “We zijn nu zo ver dat we op cliëntniveau kunnen aantonen dat cliënten een hogere kwaliteit van leven ervaren. Medewerkers vinden het waardevol dat ze hieraan een bijdrage kunnen leveren.”
Onderzoek laat zien dat cliënten door domeinoverstijgend te werken gemiddeld zes tot acht maanden langer thuis kunnen blijven wonen.
Teamleider wijkverpleging bij Opella
Oostra beaamt dit. “Onderzoek van Significant op basis van een aantal mini businesscases bevestigt het ook”, zegt ze. “Die laten zien dat cliënten door domeinoverstijgend te werken gemiddeld zes tot acht maanden langer thuis kunnen blijven wonen. Deze aanpak gaat ons echt helpen toekomstbestendige zorg te leveren. In een vervolgtraject gaan we binnen de Gelderse food valley samen met andere organisaties ook reablement toepassen, om samen met de oudere te werken aan herstel van zijn leven en zelfredzaamheid en te bereiken dat we met informele zorg formele zorg kunnen uitstellen of voorkomen.”
Beide partijen gaan dan ook vol overtuiging door op de ingeslagen weg. “De aanpak voor domeinoverstijgend werken is inmiddels voor onze beide organisaties speerpunt in het beleid”, zegt Bulsink. “We hebben nu de Christelijke Hogeschool Ede betrokken om de arrangeurstraining en de community building verder vorm te geven. Zij gaan het ook een plaats geven in hun eigen opleiding. En wij gaan de kennis die we hebben opgebouwd delen met andere zorgorganisaties in de Gelderse Vallei.”